ADHD

A.D.H.D:

ADHD staat voor Attention Deficit Hyperactivity Disorder, dat wil zeggen een aan-dachtstekortstoornis met hyperactiviteit.

Bedoeld wordt niet een tekort aan aandacht door de omgeving, maar ADHD-kinderen kunnen slechts korte tijd hun aandacht bij iets houden. Anders gezegd: ADHD is een ontwikkelingsstoornis van het vermogen om het gedrag onder controle te krijgen met het oog op de toekomst. "Het niet kunnen remmen van gedrag", waarschijnlijk ver-oorzaakt door verminderde werking van bepaalde hersendelen (Barkley, 1995)

Welke problemen geeft dit (zeker als er geen medicijnen worden gebruikt):

  • Problemen met uitstel van beloning.
  • Moeite met impulsbeheersing ("eruit flappen", niet op de beurt kunnen wachten)
  • Gemakzucht
  • Te veel risico's nemen (impulsief!)
  • Impulsief denken
  • Hyperactief
  • Hyperresponsief (reageren (te) snel)
  • Moeite met opvolgen van instructies (impulsief in gedachten; alweer aan iets anders
  • Denken: je zou het 'onrust in de gedachten' kunnen noemen.
  • Ongelijkmatig patroon van werken.

 ADHD is een term die ontstaan is uit een aantal voorgaande termen zoals MBD (minimal brain dammage, of later, minimal brain disorder en weer later minimal brain disfunction), ADD(H) (Attention Deficit Disorder met of zonder Hyperactiviteit) en nu als laatste ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Hyperactiviteit is een term uit de psychiatrie. Het duidt op overbeweeglijkheid in brede zin. Symptomen worden op verschillende wijzen in de literatuur beschreven. Hieronder volgt een bloemlezing. (DSM-IV; Barkley 1995; Buitelaar, 1994; Compernolle, 1998; Nadeau, 1999; Schweizer, 1992; diverse websites).

 ADHD is een term die ontstaan is uit een aantal voorgaande termen zoals MBD (minimal brain dammage, of later, minimal brain disorder en weer later minimal brain dis-function), ADD(H) (Attention Deficit Disorder met of zonder Hyperactiviteit) en nu als laatste ADHD (Attention Deficit Hyperactivity Disorder). Hyperactiviteit is een term uit de psychiatrie. Het duidt op overbeweeglijkheid in brede zin. Symptomen worden op verschillende wijzen in de literatuur beschreven. Hieronder volgt een bloemlezing. (DSM-IV; Barkley 1995; Buitelaar, 1994; Compernolle, 1998; Nadeau, 1999; Schweizer, 1992; diverse websites).

 Een kind met ADHD:

  • beweegt vaak zenuwachtig met handen of voeten of wriemelt in een stoel
  • heeft moeite om te blijven zitten als dit gevraagd wordt.
  • wordt makkelijk afgeleid door prikkels die niets met de zaak te maken hebben.
  • heeft moeite om hun beurt af te wachten bij spelletjes of in groepen.
  • flapt vaak antwoorden op vragen eruit nog voordat de vragen volledig gesteld zijn.
  • heeft moeite met het opvolgen van instructies die anderen geven (niet als gevolg van gedrag voortkomend uit verzet of gebrek aan begrip).
  • heeft moeite om zijn aandacht te houden bij taken of spel.
  • wisselt vaak van de ene onvoltooide activiteit naar de andere.
  • heeft moeite om rustig te spelen.
  • praat vaak buitensporig (overdreven veel).
  • onderbreekt vaak of dringt zich vaak op aan anderen.
  • lijkt vaak niet te luisteren naar wat er tegen hem of haar gezegd wordt
  • raakt vaak dingen kwijt die nodig zijn voor taken of activiteiten op school of thuis( b.v. speelgoed, potloden, boeken).
  • begeeft zich vaak in lichamelijk gevaarlijke activiteiten zonder te letten op de mogelijke gevolgen (niet met als doel sensatie zoeken) rent de  straat op zonder te kijken.